Van een goede plantkeuze heeft u later veel plezier! Als u de juiste planten voor de juiste plaats selecteert, heeft u weinig onderhoud en constant bloemen in uw tuin. Door het brede sortiment zijn er altijd geschikte planten te vinden. Uw tuincentrum kan u hierbij helpen!
U begint met de voorbereiding van het te beplanten gedeelte van uw tuin. Verwijder zorgvuldig de oude begroeiing en het onkruid. Maak vervolgens de kale grond geschikt voor beplanting. Voeg een laag toe van 20 cm speciale vaste planten tuinmest, verkrijgbaar bij uw tuincentrum.
Onderstaand staan in detail de stappen voor de aanplant van uw vaste planten.
1) Grond verbeteren
- Maak de grond goed los en voeg ong. 10 cm vaste planten tuinmest toe. Zet de planten nooit direct in de tuinmest, maar meng de tuinmest eerst goed door met de bestaande grond!
- Werk vanuit het midden naar de buitenkant zodat u de grond zo min mogelijk aanstampt.
2) Planten uitzetten
- Zet de planten uit per soort volgens uw schets van de border (7 tot 8 planten per m², ongeveer 30 cm uit elkaar).
- Probeer rechte lijnen te vermijden.
- Houd ongeveer 15 cm afstand van het tegelpad of de grasrand.
3) Pot verwijderen
- Verwijder de pot door licht in de zijkanten te knijpen, terwijl u de plant kort boven de pot vasthoudt.
- Houd de plant ondersteboven en schud zachtjes zodat de kluit er uit valt. Trek niet te hard aan de stengels van de plant!
4) Plantgat maken
- Maak met een plantschopje een ruim gat dat ongeveer 2 cm dieper is dan de hoogte van de potkluit.
5) Het planten
- Zet de plant op de juiste hoogte in het gat, de bovenkant van de kluit ongeveer gelijk met het niveau van de grond.
- Vul het plantgat met de resterende grond en druk het goed aan zodat de wortels contact hebben met de grond.
6) Egaliseren
- Na het planten egaliseert u de grond met de hand zodat het er strak bij ligt.
- Of u kunt voorzichtig harken met een smalle hark.
7) Water geven
- Geef direct na het planten ruim water.
- In de week na het planten geeft u nog driemaal flink water.
- Vervolgens alleen in extreem droge periodes (in mei tot en met augustus) maximaal drie keer veel water geven met een week tussenruimte.
- Daarna geen water meer geven! De planten moeten zichzelf redden.
8) Onderhoud
- Enkele weken na aanplant begint het onderhoud: het voorkomen en bestrijden van onkruid.
- Zorg vooral in het begin voor een frequente aanpak van onkruid. Zodra de planten dichtgroeien vormt het onkruid nauwelijks een probleem meer.
- Ga voor meer informatie naar de pagina onderhoud.
Border vóór aanplant en een half jaar later
klik op de beelden voor een grotere foto